MEDIATORS KUNNEN MEER DOEN OM OUDERS TE HELPEN OOK NA HUN SCHEIDING GOEDE OUDERS TE BLIJVEN

Hoewel een goede definitie ontbreekt, maakt men zich in de politiek zorgen over het "toenemend aantal" "vechtscheidingen". En omdat allerlei theorieën de ronde doen over schade die kinderen zouden lijden vanwege de scheiding van hun ouders, wordt het aantal scheidingen nauwlettend in de gaten gehouden en wordt, telkens als weer nieuwe getallen worden gepresenteerd, daarbij veelbetekenend zorgelijk gekeken door politici die vinden dat zij "dus" iets moeten, al hebben ze geen idee wat dan.

Maar scheiden is niet de oorzaak van schade bij kinderen. Schade bij kinderen kan een gevolg van de scheiding zijn. De oorzaak van schade bij kinderen is ouderschapstekort

Ik wil het begrip 'ouderschapstekort' introduceren als houvast in scheidingsmediation met minderjarige kinderen. Door het als mediator met scheidende ouders te hebben over hun ouderschap (wat ging goed in jullie relatie met de kinderen en waarom ging dat goed?) komt (via deze positieve omweg!) hun ouderschapstekort in beeld.

Let wel, ouderschapstekort kent een breed spectrum. Meestal manifesteert het ouderschapstekort zich door onderling ruziënde ouders, te snel boos worden op de kinderen, er te vaak niet zijn voor de kinderen vanwege werk, stress, alcohol- en middelengebruik, of een buitenechtelijke affaire. Maar ook huiselijk geweld en kindermishandeling zijn symptomen van ouderschapstekort. Kindermishandeling begint al met schreeuwen tegen de kinderen, het uitdelen van een "corrigerende tik", kinderen dwingen te worden wat jou als volwassene niet is gelukt, bijvoorbeeld prof-voetballer, of top-violist. 

Inzicht in hun ouderschap (en daardoor in hun ouderschapstekort) helpt ouders om voor henzelf én hun kinderen, perspectief te creëren voor hun leven ná de scheiding. Zo kun je als mediator cliënten motiveren verder te kijken dan het rouwproces, waarin zij door hun scheiding veelal in zijn ondergedompeld.

___________________________________________________________________________________

OUDERSCHAPSTEKORT in Ouderschapsplan-1200

Voor de jurist is het helder: het indienen van een verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank is een rechtshandeling, het beoogde rechtsgevolg is de ontbinding van het huwelijk. Voor mij als mediator is een (echt-)scheiding een relationele kwestie, waarin ik ouders help om samen tot een oplossing te komen waarbij de inzet is: behouden/beschermen/versterken van hun onderlinge ouderrelatie en de relatie van elk van beide ouders met de kinderen 

Wie zich zorgen maakt over het aantal scheidingen, zou zich beter zorgen kunnen maken over het ouderschapstekort en hoe wij ouders daarbij tijdig en effectief kunnen helpen en ondersteunen.

Het samenleven van twee partners met minderjarige kinderen beschouw ik als een "relationeel netwerk" (of dat gebeurt in een huwelijk, een geregistreerd partnerschap, een samenlevingsovereenkomst, of "wild" - zonder enig papiertje - is in principe irrelevant). Een relationeel netwerk vergt wederzijds relationeel onderhoud.

De kwaliteit van ouderschap wordt mede bepaald door de mate waarin ouders aandacht besteden aan onderhoud van hun liefdesrelatie, hun ouderrelatie en hun ouder-kindrelatie. Een hapering in dit relationele gezinsnetwerk is een vroegtijdige waarschuwing voor een zich aandienend ouderschapstekort dat zonder interventie steeds schadelijker kan worden voor de kinderen. Dáár kunnen kinderen beschadigd worden. Kortom, wie zich zorgen maakt over het aantal scheidingen, zou zich beter zorgen kunnen maken over het ouderschapstekort en hoe wij ouders daarbij tijdig en effectief kunnen helpen en ondersteunen.

Een scheiding is niet meer dan een juridisch tussenstation. Jaarlijks het aantal scheidingen tellen en daaraan conclusies verbinden helpt kinderen die hunkeren naar goed ouderschap niet, al was het alleen maar omdat niet-gehuwde ouders die uit elkaar gaan, buiten het beeld van de statistiek blijven, maar ook omdat we niet of nauwelijks zicht hebben op al die kinderen die lijden onder een ernstig ouderschapstekort maar wier ouders desondanks bij elkaar blijven.

Ik weet het, dit staat haaks op het door oud-ChristenUnie-politicus André Rouvoet bij elkaar geraapte rapport "Scheiden zonder schade" (2018), dat vooral de scheidingshulpverleningsindustrie en de advocatuur blij maakte, omdat Rouvoet alle schuld bij de scheiding legde, immers "wat God heeft verbonden mag een mens niet scheiden” (Marcus 10:2-12). Als scheiden inderdaad het kwaad is, moeten scheidingen "dus" zoveel mogelijk worden voorkomen. En zo zette Rouvoet c.s. in op bangmakerij: ouders die scheiden beschadigen hun kinderen. Nee dus.

Weerhoud ouders wier samenzijn een kwelling voor alle betrokkenen is, alsjeblieft niet van scheiden. Sterker nog, moedig ouders aan om alsjeblieft niet bij elkaar te blijven "omwille van de kinderen", daarmee doen ze niemand een plezier en zeker niet hun kinderen.
Zie ook wat ik in april 2018 over Rouvoet schreef in ons vakblad "Tijdschrift Conflicthantering".

Door als mediator ouders aan te moedigen tot zelfonderzoek, door hun ouderschap (en impliciet hun ouderschapstekort) bespreekbaar te maken, blijken ouders ook tot de conclusie te kunnen komen dat samen doorgaan bij nader inzien eigenlijk een nog betere optie is dan scheiden!

Maar in echtscheidingsmediation focussen op ouderschap blijkt in mijn praktijk (ik weet, dit is slechts anekdotisch bewijs) een onvermoede "bijvangst" op te leveren! Door als mediator ouders aan te moedigen tot zelfonderzoek, door hun ouderschap (en impliciet hun ouderschapstekort) bespreekbaar te maken, blijken ouders ook tot de conclusie te kunnen komen dat samen doorgaan bij nader inzien eigenlijk een nog betere optie is dan scheiden! Vaak verwijs ik ouders dan voor het vervolg naar een ACT-psycholoog. 

Laat ik nog even wat dieper ingaan op wat 'ouderschapstekort' precies betekent. 'Ouderschapstekort' (impaired parenting) is oorspronkelijk (en nog steeds) een verpleegkundige diagnose:

- Subjectieve kenmerken: gevoelens van schuld, wroeging, angst, depressie, hopeloosheid en hulpeloosheid met betrekking tot de opvoeding, verdrietig, niet in staat zijn leeftijds- en situatiegebonden opvoedingsactiviteiten uit te voeren.

- Objectieve kenmerken: verwaarlozing, fysiek misbruik, middelenmisbruik, ontwikkelings- en cognitieve achterstand bij kinderen, geen leeftijdsgerichte discipline, slechte communicatie, onvoldoende toezicht op kinderen wat leidt tot onveilig gedrag en riskant spel, gebrek aan genegenheid voor kinderen, storend/steeds veranderen opvoedingsgedrag.

Samengevat: ouderschapstekort is het onvermogen van primaire verzorgers (ouders) om te voldoen aan de behoeften van het kind. Een verpleegkundige wil kunnen beoordelen of er een verhoogde kans is op het onvermogen van de primaire verzorger om een goede omgeving te creëren, in stand te houden of opnieuw te scheppen voor de optimale groei en ontwikkeling van het kind, om adequaat te kunnen interveniëren. Want ouderschapstekort schaadt kinderen. Daarom is het begrip ouderschapstekort zo relevant voor de scheidingsmediator. 

Ouderschapstekort is de premisse bij echtscheidingsmediation. Feitelijk zijn de ouders immers niet meer in staat om samen te voldoen aan de behoeften van het kind. 

"Als je kind aan jou zou vragen: 'Waar was jij nou?', wat zou jij dan zeggen?"

De subjectieve en objectieve kenmerken van de verpleegkundige diagnose 'ouderschapstekort' geven ons houvast: dit is wat er kan spelen, van stress tot huiselijk geweld tot kindermishandeling. Maar wij zijn als mediators niet bekwaam om te diagnosticeren. In plaats daarvan stel ik de ouders, om te beginnen, de min of meer open vraag: "Als je kind aan jou zou vragen: 'Waar was jij nou?', wat zou jij dan zeggen?" Van daaruit kunnen we alle kanten op. Belangrijk is dat er van de ouders erkenning komt voor wat zij hun kinderen hebben aangedaan, dat de ouders verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag en dat ze daarvoor spijt betuigen.

Maar voordat wij in een scheidingsmediation op dat punt zijn aangekomen, heb ik eerst een kennismakingsgesprek met beide ouders samen. Daarna praat ik eerst, uiteraard vertrouwelijk, met elk van de ouders afzonderlijk. Zo'n "caucus", zoals we zo'n privé-gesprek met partijen afzonderlijk noemen, kan een sessie van een uur zijn. Vaak is meer tijd nodig en verdeel ik de caucus over twee sessies.

In mediationland is het omstreden of je ook met elk van de ouders apart moet praten. Inmiddels heb ik gemerkt dat een 
caucus voor mijn cliënten de ideale context biedt om emotioneel stoom af te blazen, om zich te herpakken en hun psychologische flexibiliteit te vergroten, waardoor ze steviger in hun schoenen staan als ze met hun toekomstige ex in gesprek gaan. (Psychologische Flexibiliteit betekent dat je handiger leert om te gaan met moeilijke gedachten, gevoelens en omstandigheden - Gijs Jansen),

In de caucus praten we eerst over de relatie. Nadrukkelijk vanuit het eenzijdige standpunt van de ouder met wie ik in gesprek ben. Haar/zijn persoonlijke ervaringen. Wat is er allemaal gebeurd? Wat hebben jullie elkaar aangedaan? Is er ruimte voor (en/of hoop op) erkenning en spijt? Wat heb je allemaal gedaan om de relatie te redden? En dat is dus allemaal niet gelukt? Ondanks alle energie die je erin hebt gestoken? En wat heeft het je gebracht? Niets. En wat nu?

In ACT (Acceptance and Commitment Therapy) wordt dit inzicht ("Alles wat ik heb geprobeerd om de relatie te redden was voor niks, is verspilde energie. Het heeft geen zin daarin nog meer energie te steken. Ik kan mijn energie beter voor iets anders inzetten.") het moment van de Creatieve Hulpeloosheid genoemd.

- Creatieve Hulpeloosheid gaat over de vraag of vermijding en controle van moeilijke gedachten, gevoelens en omstandigheden eigenlijk wel zin heeft. Het besef dat dit vaak niet, of zelfs averechts werkt, maakt de weg vrij voor…

- Acceptatie en Bereidheid: Het actief toelaten van moeilijke, maar ook gekke en rare dingen in je leven.

Het moment van de creatieve hulpeloosheid is een goed moment het eerste individuele gesprek te stoppen en een afspraak te maken voor een tweede caucus met betrokkene.

Je kunt het tweede gesprek als mediator beginnen met: "Vorige keer hebben we vastgesteld dat het geen zin heeft nog meer energie te steken in het redden van je relatie, dat je je energie beter voor iets anders kunt inzetten. Waar zou jij je energie voor willen inzetten? Wat is belangrijk voor je? Wat is het allerbelangrijkste?" Zo stuur je als mediator het gesprek naar waarden. Waarden in relatie tot de kinderen.

Het moeten ook waarden zijn die je als ouder kunt voorleven, Dus eerlijkheid als waarde zegt niet zoveel. Iedereen vindt zichzelf eerlijk. Maar een waarde als bijvoorbeeld solidariteit kun je voorleven. Goede communicatie wordt ook vaak als waarde genoemd. Het is belangrijk om daarop door te vragen: waarom vind je goede communicatie zo belangrijk? En: wat is goede communicatie? Wat is daarvoor nodig? En wat wordt jouw bijdrage aan die goede communicatie , hoe ga jij die goede communicatie bevorderen? Zo wordt duidelijk voor betrokkene, dat het belang van de kinderen in het bijzonder gediend is bij goede communicatie tussen de ouders.

Ik vraag in de caucus aan beide ouders om de waarden op te schrijven waar het voor hén om gaat (en
niet om de waarden die ze graag bij hun toekomstige ex zouden willen zien).


Tenslotte stel ik hun de zogenaamde "wondervraag". "We zijn vijf jaar verder. Op een ochtend word je wakker en er is een wonder gebeurd, alles wat jij altijd wilde in jouw relatie met de kinderen is uitgekomen. Je kijkt om je heen en wat zie je dan?" Ik vraag ouders om het antwoord op die vraag thuis op te schrijven en naar mij te mailen. Zo help ik ouders om voor zichzelf een perspectief te creëren voor hun leven na de scheiding.

Autonomie van partijen als juridische resultante van psychologisch voorspel

En passant wordt hierdoor ook nog een juridisch probleem opgelost. Namelijk de noodzakelijke "autonomie van partijen". Dat is een juridische fictie, waarmee wij als mediators worden opgezadeld. Om waarlijk onafhankelijk van de ander of van welke invloed dan ook beslissingen te kunnen nemen, moet een partij "autonoom" zijn.

Dat is natuurlijk een fictie, al is het alleen maar omdat de ene partij verbaal veel sterker is dan de andere, omdat de ene partij hoger opgeleid is dan de andere, omdat de ene partij intelligenter is dan de andere, omdat de ene partij al lang geleden heeft besloten om te gaan scheiden, terwijl de andere partij het net te horen heeft gekregen en emotioneel nog niet zo ver is, omdat de ene partij financieel afhankelijk is van de andere enzovoorts.

Mediators leren in hun opleiding dat zij zulke machtsverschillen tussen partijen moeten adresseren door degene met de minste macht te 
empoweren, dus extra duidelijk te maken dat je die partij heel erg serieus neemt. Naar mijn bescheiden mening zijn zulke interventie-trucjes ontoereikend.

Met het, door elk van beide cliënten in de afzonderlijke gesprekken met de mediator, verworven inzicht (stoppen met energie steken in het verleden dat je toch niet kunt veranderen, maar committeer je vanaf nu aan jouw toekomstperspectief) beginnen partijen aan de eerste gemeenschappelijke mediationsessie. Elk der partijen onderhandelt vanuit zijn/haar eigen waarden, het oog gericht op zijn/haar eigen toekomstperspectief (en niet, zoals in de traditionele mediation, vanuit - vooronderstelde - eigen belangen, met het oog op - vermeende - gezamenlijke belangen). 

Dit is partijautonomie zoals, mijns inziens, bedoeld, wanneer er sprake is van waarlijke contractvrijheid. Zo kan vanuit de psychologie het noodzakelijke juridische kader voor de mediation worden vastgesteld. Autonomie van partijen als juridische resultante van psychologisch voorspel.

Bijvoorbeeld: Scheidende ouders zeggen vaak dat ze “goede ouders” willen blijven. Een gemeenschappelijk belang zou je op het eerste gezicht misschien zeggen. Maar zonder daaraan verder invulling te geven, zonder het eerst over waarden te hebben en het eigen toekomstperspectief waarin “goede ouders blijven” context krijgt, blijft dit een loze kreet. 

Deze aanpak van scheidingsmediation leidt ook tot een ander ouderschapsplan, overigens geheel conform de eisen die art. 815 lid 3 Rv stelt aan het ouderschapsplan : afspraken over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, zoals bedoeld in artikel 1:247 BW, afspraken over hoe het recht en de verplichting tot omgang vorm wordt gegeven, , zoals bedoeld in artikel 1:377a lid 1 BW; afspraken over de wijze waarop de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de minderjarige kinderen en afspraken over de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen.

Ouderschapsplan als brief aan de kinderen

De bij deze aanpak best passende vorm van het Ouderschapsplan is, wat mij betreft een brief van de scheidende ouders aan hun kinderen. Alle punten die volgens de wet geregeld moeten worden, komen aan de orde, maar op een toon en met een woordkeuze die de kinderen kunnen begrijpen. De brief aan de kinderen begint met de door elk van beide ouders opgegeven waarden, waarbij vermeld wordt wat zij gaan doen om invulling te geven aan die waarden. Daaronder staat wat de ouders hebben opgeschreven als antwoord op de wondervraag: hun toekomstperspectief, dat nu ook een toekomstperspectief wordt voor de kinderen.

Vervolgens worden een aantal beloftes met betrekking tot specifiek gedrag van de ouders benoemd, zoals dat zij geen slechte dingen over de andere ouder zullen zeggen in het bijzijn van de kinderen en dat zij dat dit ook van familie en vrienden verlangen en dat zij geen ruzie zullen maken waar de kinderen bijzijn. Enzovoorts.

Zo geven zij invulling aan hun ouderschap en geven zij impliciet erkenning aan hun kinderen voor wat zij hen hebben aangedaan met hun geruzie op weg naar hun scheiding. Een apart deel van het ouderschapsplan gaat over de toekomstige nieuwe relaties van de ouders, hoe zij een nieuwe liefde bij de kinderen zullen introduceren en dat die nieuwe relaties zich onvoorwaardelijk aan de in de brief vermelde afspraken zullen moeten houden.

En omdat dit allemaal in een brief aan de kinderen staat, wordt het ouderschapsplan meer dan alleen maar voldoen aan een vormvoorschrift, de brief is een regelrechte belofte van de ouders aan hun kinderen, de ouders verbinden zich jegens hun kinderen om zich aan al die beloftes te houden en nodigen de kinderen ook uit hen daarop aan te spreken, als zij menen dat een ouder hierin tekortschiet.

Zo krijgt het Ouderschapsplan echt betekenis. Maar de uiteindelijke brief aan de kinderen kan niet los gezien worden van de scheidingsmediation-methode, zoals hiervoor beschreven, de brief is daarvan de logische consequentie: ouders neem je kinderen alsjeblieft serieus. De kinderen komen als het even kan mee naar de laatste sessie om een korte verklaring te ondertekenen, waarin staat dat zij de brief hebben gelezen en daarover met hun ouders hebben gesproken.

Ik heb al enkele ouderschapsplannen in briefvorm via de advocaat met wie ik werk, bij de rechtbank ingeleverd. Van de rechtbank Leeuwarden ontving ik een mail over deze aanpak: "De rechters die werkzaam zijn op de locatie Leeuwarden zijn enthousiast over uw initiatief om het ouderschapsplan in briefvorm op te stellen. Daartoe zien wij ook geen juridische beletsels, dus wat ons betreft is deze werkwijze akkoord."